In dit deel zal ik mijn muzische grondhouding evalueren en voor mezelf actiepunten opstellen. 

 

1. Democratisch overleggen met anderen (de mening van anderen vragen en pas daarna beslissen, niet aan de slag gaan zonder overleg, open communicatie).

voldoende: ik hou steeds rekening met anderen, maar ga hier niet actief naar vragen, ik wacht op het initiatief van anderen. 

 

2. Openstaan, acceptatie (je eigen idee niet voortdurend vooropzetten, ontvankelijk zijn voor andere voorstellen,…)

zeer goed: mijn eigen ideeën durf ik hierdoor minder goed naar voor te brengen.

 

3.  Feedback durven geven aan anderen (niet zwijgen om niemand te kwetsen, geen mening geven of ongeïnteresseerd zijn).

voldoende: ik durf het wel, maar ga bij feedbackmomenten me eerder op de achtergrond proberen houden.

 

4.  Duidelijk communiceren (je idee of voorstel op een heldere manier verwoorden, ingaan tegen alles wat verwarring veroorzaakt).

goed: eerder op de achtergrond, maar ik durf het wel

 
5.  Je empathisch opstellen (kunnen aanvoelen wat bij de ander leeft, rekening houdend met de gevoelens van anderen).

zeer goed

 

 6. Verdraagzaam zijn (tolerant zijn, vooroordelen afbouwen, ideeën van anderen een kans geven).

zeer goed

 

 7. Assertief zijn (opkomen voor je eigen mening zonder die op te dringen).

voldoende: mijn eigen mening stel ik liever achterop dan in te gaan tegen anderen. 

 

 8. Openheid (kunnen samenwerken met iemand die je vooraf niet kent, je uit je veilige kliek durven begeven).

zeer goed: had ik vroeger moeite mee, maar in mijn vorige opleiding enorm aan gewerkt.

 

9. Je fysiek durven geven (het louter cognitieve doorbreken, durven expressief bewegen, grenzen verleggen op bewegingsvlak).

zeer goed

 

10.  Geloven in je eigen mogelijkheden (ideeën afbouwen als “creativiteit, dat is niets voor mij” of “ik ben nu eenmaal zo”, jezelf niet in vakjes drukken).

voldoende: op vlak van beeld leg ik me te snel neer bij het feit dat ik het niet zo goed kan. 

 

11. Speelsheid, enthousiasme (werken aan oprechte dynamiek en uitstraling).

zeer goed

 

12. Echtheid (geen imago opbouwen, geen rol spelen maar in alle situaties oprechte authenticiteit beleven).

zeer goed

 

13. Initiatief durven nemen (niet enkel volgen en je laten meeslepen, durven leiding nemen, er durven invliegen).

voldoende: ik zou het wel durven, maar hou me liever op de achtergrond.

 

14. Je stem durven gebruiken (je duidelijk en expressief uitdrukken via de stem, niet monotoon en stil).

zeer goed

 

15. Non-conformisme (het vanzelfsprekende doorbreken, niet bij het eerste idee blijven, nieuwe dingen durven bedenken, geen plagiaat plegen).

goed

 

16. Doorzetten (niet opgeven bij de minste tegenslag, niet te lang palaveren en daardoor niet tot de opdrachtuitvoering komen).

goed

 

17. Verfijnen en afwerken (niet te vlug tevreden zijn, een afgewerkt en verzorgd geheel kunnen aanbieden).

goed

 

18. Respect voor materiaal en omgeving (ingaan tegen het nonchalant hanteren van materiaal en werkruimte, anderen hierop aanspreken).

zeer goed

 

19.    Inzet (een open houding aannemen, er durven invliegen, niet vasthouden aan vooroordelen, alles een kans geven, nadien beoordelen, er voor gaan).

zeer goed

 

20.    Experimenteerdurf (risico’s durven nemen, eens durven op je bek gaan, je niet aantrekken hoe je op zon moment overkomt bij de anderen).

zeer goed

 

21.    Verantwoordelijkheid opnemen (iets doen aan dingen die fout lopen, ingrijpen waar het nodig is om een situatie recht te trekken of te voorkomen dat het fout loopt).

goed

 

22.    Zelfdiscipline opleggen (veeleisend durven zijn voor jezelf, niet tevreden zijn met het eerste, het beste).

zeer goed

 

23.    Voldoende zelfvertrouwen hebben (faalangst overwinnen, er kunnen “staan” voor een groep).

goed: voor een groep studenten iets moeilijker dan voor een klas met leerlingen. 

 

24.    Inspelen op onverwachte situaties (niet blokkeren, soepel en flexibel kunnen omgaan met situaties).

voldoende: sommige onverwachte gebeurtenissen of problemen kunnen me in paniek doen slaan.

25.    Problemen aanpakken (middelen aanwenden om oplossingen te bedenken, niet bij de pakken blijven zitten, niet opgeven, problemen als een uitdaging zien).

voldoende: zie boven.

 

Formuleren actiepunten

Bij het werken aan een muzisch product, zou ik nog veel beter voor mijn mening kunnen opkomen. Ik hou me graag op de achtergrond als ik moet samenwerken, hetzij met medestudenten, hetzij met collega's. Ik kom niet zo graag op voor mijn eigen mening en ga die dan ook als 'niet zo belangrijk' zien. Bij het evalueren ga ik liever over naar het positieve, maar durf ik minder goed werkpunten formuleren. 
Iets dat ik zou meenemen naar mijn dagelijkse praktijk voor de klas, is dat ik beter zou moeten omgaan met plotse problemen of onverwachte gebeurtenissen. Wanneer ik een les gepland heb en omwille van bepaalde omstandigheden kan ik niet doen wat ik had gepland, dan heb ik het daar zeer moeilijk mee en heb ik even nodig om oplossingen te bedenken en deze in te zetten. Dit is een actiepunt voor in mijn klaspraktijk.